Raadslid

Echtpaar in de raad

2 juli 2012

Geen thema

Echtpaar in de raad
Limburg heeft de absolute primeur. Hier is sinds april 2012 een echtpaar lid van de cliëntenraad. Dorothée Metzler was al lid sinds juli 2010. Haar echtgenoot Detlef is per 1 april 2012 de raad komen versterken. Samen zetten ze hun schouders onder het verbeteren van de cliëntenparticipatie.
Dorothée Metzler is naast raadslid ook secretaris en webmaster van de Cliëntenraad Limburg. Echtgenoot Detlef heeft eveneens een extra taak in de raad: hij is lid van de werkgroep Ziektewet.
 
Dorothée: ‘Mijn man is sinds kort ook uitkeringsgerechtigde en vond het cliëntenraadswerk zo interessant dat hij graag lid wilde worden. Toevallig was er bij FNV Bouw een zetel open die hij heeft kunnen invullen. Overigens zijn we ook gewend om dingen samen op te pakken. Zo hebben we ook altijd samen voor de vakbond gewerkt. Bovendien kunnen we elkaar nu vaker zien. Dat was anders toen we allebei nog werkten en om de beurt voor de opvang van ons kind zorgden. We zijn nu 36 jaar getrouwd en al veertig jaar samen. We weten dus wat we aan elkaar hebben. Dus voor echtelijke ruzies in de raad hoeft niemand bang te zijn’, besluit ze lachend.
 
Uitgesproken mening
‘Natuurlijk zijn er in het begin wel wat opmerkingen over ons gezamenlijk lidmaatschap gemaakt, maar dat was meer als grap bedoeld’, vult Detlef aan. ‘Over het algemeen wordt er goed op gereageerd. We vullen elkaar goed aan. We zitten niet in de raad als het echtpaar Metzler, maar als twee individuen met een duidelijke eigen mening en komen daar ook voor uit. Niettemin weten we als dat nodig is ook goed de nuance te vinden en onze standpunten op het algemene belang af te stemmen.’
 
Betere bewustwording
Dorothée zit nu nog tot 2013 in de raad, maar sluit een tweede raadsperiode niet uit. Detlef is voor vier jaar in de raad gekozen. Zijn termijn stopt in 2016. ‘Er kan dus nog tot maximaal 2020 een Metzler in de raad zitten’, aldus Dorothée.
 
Detlef wil zich de komende jaren inzetten vooral voor een betere cliëntenparticipatie en een betere bewustwording van cliënten voor wat UWV doet of kan doen. ‘Veel mensen hebben een verkeerde indruk van het UWV en denken dat zij ook verantwoordelijk zijn voor het beleid, terwijl dat in Den Haag wordt beslist. Dat beeld wil ik graag rechtzetten. Tegelijkertijd maak ik mij sterk voor een betere cliëntenparticipatie. Ik hoop dan ook te bereiken dat meer mensen de weg naar de cliëntenraad weten te vinden. Daar doen we het tenslotte voor.’