Raadslid

Cliëntenraadslid Frans Rulkens: ‘Het is voor mij een compleet nieuw proces’

22 september 2014

Geen thema

Cliëntenraadslid Frans Rulkens: ‘Het is voor mij een compleet nieuw proces’
‘Het zal toch niet waar zijn’, dacht Frans Rulkens, toen hij werd gebeld met de vraag of hij zitting wilde nemen in de districtsraad Limburg. Vier jaar geleden had hij zich hiervoor aangemeld, toen hij zijn werk in de veevoerindustrie verruilde voor de VUT. Toen ging de zetel aan zijn neus voorbij. Frans: ‘Nu kwam er opnieuw een plek vrij en kwamen ze bij mij terecht.’ De rustige zestiger ziet het als een uitdaging, te kijken wat er op zijn pad komt. ‘Het is voor mij een compleet nieuw proces.’
Einde loopbaan
Bijna veertig jaar werkte Frans als kwaliteitsmedewerker bij verschillende graanverwerkende bedrijven. ‘Veevoerfabrieken’, zoals hij het zelf noemt. Maar op zijn 58e kwam er plotseling een einde aan zijn loopbaan. ‘Het bedrijf waar ik voor werkte ging fuseren met een coöperatie uit Oost-Nederland. Niet iedereen kon blijven, dus werden er sociale plannen gemaakt.’ Frans besloot gebruik te maken van de ouderdomsregeling.
 
Vrijwilligerswerk
De VUT leverde hem veel vrije tijd op. Die vult Frans onder andere met zijn vrijwilligerswerk als ledenserviceconsulent bij de vakbond. Hij draait een spreekuur waar mensen langskomen met vragen over belastingen en de CAO. Ook helpt hij oudere leden met het invullen van formulieren, bijvoorbeeld om de AOW aan te vragen. ‘Leuk en dankbaar om te doen.’ Lachend: ‘Het is allemaal liefdewerk oud papier’.
 
Dienstverlening UWV
Ook tijdens zijn werkende leven was Frans al jarenlang actief in de vakbond. Dat leverde hem contacten op, waar hij nu wellicht nog wat aan heeft. ‘Het is voor mij geen probleem om de meningen van cliënten te peilen, om te horen hoe zij bijvoorbeeld de dienstverlening van UWV ervaren, of wat er in hun ogen beter kan. Wat dat betreft heb ik sowieso een achterban.’
 
Eerst luisteren
Frans praat echter niet graag voor zijn beurt. Ondanks dat hij veel van cliëntencontact en sociale voorzieningen afweet, beseft hij dat hij zich in nieuwe materie zal moeten verdiepen. ‘Ik ga er vanuit dat ik minimaal een halfjaar nodig heb om me het raadswerk helemaal eigen te maken.’ Hij begint met het bezoeken van de verschillende commissies. ‘Ik ga eerst eens luisteren, om een goed beeld te kunnen vormen.’