Raadslid

Koning Willem-Alexander in gesprek met Cliëntenraadsleden Noord

18 november 2014

Geen thema

Koning Willem-Alexander in gesprek met Cliëntenraadsleden Noord
‘Ik zag buiten de auto’s met de letters AA op het kenteken staan. Toen wist ik dat het een koninklijk bezoek was’, vertelt Harrie Klinker – Cliëntenraadslid Noord. Samen met zijn mederaadslid Henk van der Veen ontmoette hij op donderdagmiddag 13 november koning Willem-Alexander en minister Lodewijk Asscher. Henk en Harrie benutten de mogelijkheid om ze te vertellen wat Cliëntenparticipatie voor hen betekent.
Onverwacht bezoek
‘Dat de koning ook aanwezig zou zijn, wisten we niet van tevoren’, zegt Henk desgevraagd. Hij en Harrie waren uitgenodigd om in gesprek te gaan met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die voor een werkbezoek langs ging bij UWV Groningen om medewerkers, gemeenten en klanten te ontmoeten. Doel was om inzicht te krijgen in het werk van UWV en de regio Groningen in het bijzonder. De werkloosheid is hier hoog. 

Gewoon mens
‘Rond vier uur waren wij aan de buurt’, zegt Henk. ‘We wachtten aan een statafel tot de koning en de minister ons de hand kwamen schudden.’ Na een allerhartelijkste voorstelronde vertelde Harrie over Cliëntenparticipatie bij UWV en over de werkzaamheden van de cliëntenraad Noord. Harrie: ‘De Koning was heel vriendelijk en kwam over als een gewoon mens. We hadden een heel open leuk gesprek.’ Henk vult aan: ‘De sfeer was heel ontspannen en we hadden tijd te kort om alles met elkaar te bespreken.’

Met aandacht
De koning en de minister luisterden met aandacht naar de verhalen van Henk en Harrie.  Harrie kaartte de verruiming van het vrijwilligerswerk voor uitkeringsgerechtigden aan, waar hij als Cliëntenraadslid bij betrokken is. Henk sprak daarna over een onderwerp dat hem na aan het hart ligt: ‘psychische nood na baanverlies’.  Cliënten die het emotioneel moeilijk hebben, zouden volgens hem, als daar budget voor komt, ook geholpen moeten worden door UWV. Henk: ‘Na tien minuten moest de Koning – nadat hij wel vier of vijf keer erop gewezen was dat de tijd om was – naar de volgende gesprekstafel.’