Raadslid

Adriana Hogendoorn stelt zich voor als nieuwe voorzitter

21 februari 2018

Geen thema

Adriana Hogendoorn stelt zich voor als nieuwe voorzitter

‘Hans van Grieken was een geweldige voorzitter van de Centrale Cliëntenraad. Ik zal niet proberen hem te evenaren. Ik ga het op mijn eigen manier doen. Een mooie uitdaging!’  

Sinds 15 januari 2018 ben ik voorzitter van de Centrale Cliëntenraad van UWV en mag ik circa 1,3 miljoen cliënten van UWV vertegenwoordigen. Ik ben op 1 november 2012 gestart in de districtsraad van Noord-Holland-Noord en in november 2014 werd ik daar voorzitter. Ik heb hier een mooie tijd gehad en met heel veel interessante mensen mogen samenwerken. In de cliëntenraad zitten allemaal mensen met ervaringskennis op verschillende niveaus zodat de raad een goede afspiegeling is van het cliëntenbestand van UWV.

Politieke ervaring

In april 2017 kwam er in de Centrale Cliëntenraad een zogenaamde vrije zetel beschikbaar. Daar heb ik op gesolliciteerd en ik ben daar op 1 juli begonnen als raadslid. Binnen een districtsraad houd je je bezig met de uitvoering van de regels; de centrale raad richt zich op de beleidsregels die voortkomen vanuit de politiek. Ik zag hierin een uitdaging om mijn politieke ervaring als gemeenteraadslid in te zetten voor de cliëntenparticipatie van UWV.

Opgave

In december gaf Hans van Grieken, onze voorzitter, aan dat hij zich niet meer verkiesbaar stelde en kwam de vraag over de opvolging. Hans heeft het geweldig gedaan en dat niet alleen voor de cliëntenraad maar ook als het gaat om de manier waarop hij zijn contacten met UWV en al de ketenpartners onderhield. Wij gaan zijn ervaring, deskundigheid en verbindende kwaliteiten zeker missen. Het is dan ook een hele opgave om zijn opvolger te zijn.
Ik ga in ieder geval niet proberen om Hans te evenaren en ga de invulling op mijn eigen manier doen. Mensen moeten mij nog leren kennen en gaan vertrouwen - een goede samenwerking staat of valt hiermee. We moeten het samen doen!

Andere houding

Sowieso is de houding van, en de samenwerking met UWV, veranderd ten opzichte van vier jaar geleden toen ik in de cliëntenraad kwam. UWV-medewerkers wisten vaak niet eens dat er een cliëntenraad was. In mijn begintijd waren voor mijn gevoel de regels bij UWV erg zakelijk en onpersoonlijk in vergelijking met zoals nu met cliënten wordt omgegaan. Toen ik in die tijd hoorde over ‘witte’ fraude, wist ik niet wat ik hoorde. Fraude is voor mij fraude of je het nu wit noemt of niet.

Scherp blijven

Inmiddels is er veel ten goede veranderd in de relatie tussen UWV en cliëntenraad. Wij geven nagenoeg geen ongevraagd advies meer omdat wij nu al op voorhand om advies en meedenken worden gevraagd. Wij moeten er wel scherp op zijn dat we vooral vanuit de positie van de cliënt naar UWV blijven kijken en dat we niet te loyaal zijn naar UWV. Dit is best moeilijk omdat wij zien met hoeveel betrokkenheid er geïnvesteerd en onderhandeld wordt om het beste voor de cliënten te behalen.

Meerwaarde

UWV heeft nu eenmaal met de overheid te maken en krijgt ook de regels opgelegd waaraan moet worden voldaan. Vier jaar geleden was het ondenkbaar dat de cliëntenraad betrokken zou worden bij de visie ‘De Uitgestoken Hand’. Nu werden er voor de strategievisie van de komende vier jaar 21 dialoog-sessies gehouden met UWV-medewerkers en andere partijen. Een van die sessies was met de leden van de UWV-cliëntenraden. Dit geeft duidelijk aan dat UWV cliëntenparticipatie niet als verplichting maar als meerwaarde ziet.

Ten goede

Onze samenwerking werpt vruchten af en wij zijn er dan ook van overtuigd dat dit de dienstverlening ten goede komt. Natuurlijk blijven wij aandacht vragen voor de cliënten en blijven wij misstanden aan de orde stellen. In de korte tijd dat ik nu bezig ben als voorzitter van de Centrale Cliëntenraad, heb ik al gemerkt dat mijn taak ontzettend veelzijdig blijkt te zijn. Een mooie uitdaging!