Raadslid

Stem van een doelgroep

11 september 2012

Geen thema

Stem van een doelgroep
De zoon van Nico Jaspers (cliëntenraad Rijnmond) werd vlak na zijn geboorte meervoudig gehandicapt. ‘Hij kreeg met de hielprik een bacterie binnen die een deel van zijn hersenen heeft aangetast. ‘Sinds zijn handicap zet ik mij in voor de belangenbehartiging van gehandicapten in zaken als onderwijs, zorg en sociale zekerheid. Waarom? Omdat ik het belangrijk vind dat de stem van deze doelgroep bij instanties als UWV wordt gehoord.’
‘Mijn zoon is nu 25 jaar, spastisch aan zijn rechterkant, en woont sinds drie jaar begeleid in een woning met andere verstandelijk gehandicapten. Hij is vaak het weekeinde bij ons en wij gaan een paar keer in de week met hem zwemmen en naar atletiek.’
 
Goede combinatie
Nico heeft zijn werk voor cliëntenraden altijd kunnen combineren met een full time job. Zo is hij onder meer lid van de Cliëntenraad van de stichting Zuidwester, waar zijn zoon woont. Ook is hij lid van de Raad van Toezicht van PRIMOvpr, een onderwijsstichting voor openbaar onderwijs op Voorne Putten.
 
‘Ik werk al meer dan veertig jaar in verschillende functies bij de gemeente Rotterdam. Op dit moment ben ik adviseur ICT-beleid voor het cluster Werk en Inkomen. Ik ben altijd graag bezig en niet iemand die op de bank voor de televisie ploft. Bovendien vind ik het werk voor belangenbehartigende organen (vroeger ook van een ziekenhuis, revalidatiecentrum en scholen) en Raad van Toezicht (voorheen ook een gezondheidscentrum) buitengewoon interessant. De meeste tijd daarvoor gaat in de avonduren en weekeinden zitten. De cliëntenraadsvergaderingen voor het UWV zijn natuurlijk overdag, maar daarover heb ik goede afspraken met mijn manager gemaakt. Ik ben vrij om de vergaderingen bij te wonen. Tegelijkertijd ben ik ook bereid om, als dat nodig is, ’s avonds mijn werk af te maken.’
 
Totaaloverzicht
‘Toen ik door het Platform VG (Verstandelijk Gehandicapten) werd voorgedragen voor de Cliëntenraad Rijnmond, dacht ik in principe na twee periodes met het raadswerk te stoppen. Nu ik met de tweede periode bezig ben, wil ik er nog wel een doorgaan. Belangenbehartiging voor deze doelgroep is immers nooit af. En doordat ik in verschillende raden van toezicht en cliëntenraden zit of heb gezeten, heb ik ook een beter totaaloverzicht van alle ontwikkelingen die er voor deze groep op het gebied van zorg, onderwijs en sociale zekerheid spelen. Bovendien bouw ik veel contacten op met mensen in vergelijkbare situaties. Kennis en contacten die ik in mijn werk of de andere raden opdoe, helpen mij weer bij mijn werk voor de Cliëntenraad Rijnmond en omgekeerd.’
 
Brieven en Wajong
‘Mijn belangrijkste aandachtsgebied in de raad is natuurlijk de Wajong. Daarnaast breng ik ook zaken in waarvan ik denk dat die voor de doelgroep zinvol zijn om in de cliëntenraad te bespreken. Ik probeer daarbij zoveel mogelijk voor de doelgroep te bereiken, maar ik let ook zeker op de belangen van alle andere klanten van het UWV. Zoals in elk medezeggenschapsproces is het niet altijd helemaal duidelijk of en hoe onze bijdrage effect heeft gehad op de uiteindelijke besluitvorming. Alleen al het bestaan van de cliëntenraad zorgt er echter voor dat daarmee rekening wordt gehouden, Van belang is dat de vertegenwoordigers de inbreng van de cliëntenraad belangrijk en waardevol vinden en ontvankelijk zijn voor de adviezen. De cliëntenraad moet beseffen dat niet alle adviezen door het UWV kunnen worden opgevolgd. Dat komt mede omdat het UWV ook forse (bezuinigings)opdrachten krijgt van de regering. De invloed van de decentrale raden op de landelijke ontwikkelingen is natuurlijk ook kleiner dan die van de Centrale Cliëntenraad.’
 
‘De meest zichtbare effecten van onze adviezen betreffen die over de wijze en het moment van communiceren met cliënten. Zo zijn Wajong-formulieren bekeken op begrijpelijkheid voor de klant en waar nodig aangepast. Een belangrijke stap. Ook het feit dat er naar ons wordt geluisterd als vertegenwoordiger van een kwetsbare groep mensen is al voor onze doelgroep belangrijk.’